
Lege, ijdele woorden.
Een paar jaar geleden bezocht ik de Wageningse dierproeffaciliteiten in Lelystad. Tijdens een rondleiding vertelde mijn gastheer me trots over het onderzoek dat fabrikanten van toetjes met vezeltjes lieten uitvoeren door het lab. ‘Die vezels moeten in de dikke darm komen’, vertelde de gids. ‘Daar doen ze hun werk. Om te achterhalen of dat gebeurt geven we de toetjes aan varkens.’
De details van dat onderzoek vertelde de gids pas na enig aandringen. De varkens worden vastgebonden en kunnen niet bewegen. Ze worden niet verdoofd, want de verdoving verstoort het functioneren van de darmen. Daarna snijden de onderzoekers de buik van de dieren open, zodat ze kunnen volgen hoe de toetjes zich door de darmen van de dieren bewegen. Dat duurt enkele uren, en al die tijd zijn de varkens bij hun volle bewustzijn. Hun darmen hangen uit hun buik, en Wageningse wetenschappers onderzoeken het effect van toetjes. Als ze klaar zijn maken verzorgers de dieren af.
Als de onderzoekers nou een medicijn tegen kanker onderzochten, dan kun je misschien nog begrijpen waarom ze zo’n wrede proef uitvoeren. Maar voor onderzoek naar een opgevezeld toetje? Het is te gek voor woorden.
Ik weet niet of ik de jongens en meisjes zulke lekkere types vind. Er gaan geruchten over onderzoekers die thuis worden bedreigd door dierenactivisten – onderzoekers die nota bene niets met dierproeven te maken hebben. Dat zou ook in Wageningen zijn gebeurd. Als dat zo is, dan is dat kwalijk. Maar de activisten hebben een punt. In Wageningen hebben ze misschien zelfs gelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten